De afgelopen jaren hebben we veranderingen gezien in het aantal wagens per gezin in België. Deze ontwikkeling wordt beïnvloed door verschillende factoren, zoals lage-emissiezones, mobiliteitsplannen, milieubewustzijn en de beschikbaarheid van alternatieve vervoersmiddelen.Laten we de trends en cijfers van dichterbij bekijken om een duidelijk beeld te krijgen van deze evolutie tussen 2018 en 2024.
Evolutie van het aantal wagens per huishouden (2018-2022)
Algemene Trends
3% meer huishoudens zonder wagen
Een opvallende trend is dat iets meer huishoudens, 3% ten opzichte van 2018, ervoor kiezen om geen wagen meer te bezitten. Deze verandering kan worden toegeschreven aan verschillende factoren, zoals de verbeterde infrastructuur voor openbaar vervoer, het groeiende bewustzijn van milieukwesties en de opkomst van deelauto’s en andere mobiliteitsdiensten. Ondanks deze dalende trend blijft het aandeel huishoudens die over een wagen beschikt hoog. Zo zien we dat 85% van de huishoudens toegang heeft tot een eigen wagen of een leasingwagen.
Wagens en alternatieve vervoersmiddelen in de stadskern
In de stadskern beschikt slechts 1 op de 2 huishoudens over een wagen. Dit is een duidelijke indicatie van de verschuiving naar alternatieve vervoersmiddelen in stedelijke gebieden. Fiets- en voetgangersvriendelijke infrastructuur, gecombineerd met beperkingen op autoverkeer, LEZ zones en parkeerplaatsen, moedigen inwoners aan om minder afhankelijk te zijn van privéauto’s.
De opkomst van deelfietsen, deelsteps en e-bikes biedt inwoners flexibele en milieuvriendelijke opties voor korte en middellange afstanden. Deze vormen van micromobiliteit zijn populair geworden onder stedelingen.
Hoger aantal wagens per huishouden buiten grote steden
Buiten de stadskern, en vooral naarmate de afstand tot een stad toeneemt, neemt het aantal wagens per huishouden toe. In landelijke gebieden en voorsteden zijn gezinnen sterk afhankelijk van hun auto wegens de beperktere vervoersopties.
Gemiddeld aantal wagens per huishouden en bevolkingsvolumes
Regionale trends
Brussel
In Brussel zien we een sterke daling van het aantal wagens per huishouden, met een afname van 6% tussen 2018 en 2022. Mogelijke verklaringen hierbij zijn de verkeersvrije zones, fileleed, beperkte parkeermogelijkheden met hogere parkeertarieven en de talrijke opties voor openbaar vervoer en alternatieve mobiliteit.
Vlaanderen
In Vlaanderen is er een gematigde daling in het aantal wagens per huishouden, variërend van 1% tot 4%. Dit wijst op een geleidelijke verandering waarbij steeds meer gezinnen kiezen voor alternatieve vervoersmiddelen, hoewel de auto nog steeds een belangrijk vervoermiddel blijft voor velen.
Wallonië
In Wallonië is er echter sprake van een stabilisatie en zelfs een toename van het aantal wagens per huishouden. Deze stijging zien we onder meer in de Samber- en Maasvallei evenals in de meer afgelegen en landelijke gebieden. Een mogelijke verklaring vinden we in de grotere afstanden tussen steden en gemeenten evenals het beperktere aanbod aan openbaar vervoer.
Starters en tweeverdieners koploper op vlak van leasing
Wanneer we het wagenbezit bekijken doorheen de consumentensegmentatie Dividuals® zien we dat een aanzienlijk aandeel van de huishoudens over een leasingwagen beschikt. Als we deze trend van dichterbij bekijken zien we dat het over specifieke Dividuals-segmenten gaat. Dividuals® is onze consumentensegmentatie die de Belgische consumenten indeelt op basis van gelijkaardige kenmerken (sociodemografisch, socio-economisch, woonomgeving) en gedrag. Zo merken we bijvoorbeeld dat het segment B (Starten en perspectief) het hoogst scoort voor leasingwagens. Ongeveer 40% van deze jonge huishoudens beschikt over een leasingwagen. Ook het segment F (Op koers en op dreef) scoort hoog. Bij deze tweeverdieners met peuters beschikt meer dan 30% over minstens één leasingwagen.
Wie koopt elektrische wagens?
Vandaag wordt de elektrische wagenverkoop sterk aangestuurd door de leasingmarkt. Als we kijken naar het klantenprofiel van elektrische wagens zien we dezelfde Dividualssegmenten terugkomen als voor leasingwagens. De verstrenging van de regelgeving en de komst van andere en goedkopere merken zorgt mogelijk voor een nieuwe dynamiek in deze markt.
Modale senioren zijn trouw aan hun wagen
Als we kijken naar de leeftijd van de wagens waarover huishoudens beschikken merken we logischerwijze dat segmenten met hoge leasingpercentages over zeer recente wagens beschikken. Wanneer we verder de cijfers onderzoeken merken we opvallende trends. Bijna 70% van de huishoudens van segment E (Modaal en senior) is de eerste eigenaar van hun auto. Ook bij segment H (Voluit genieten) merken we een gelijkaardige trend. Deze huishoudens kopen dus bijna systematisch hun wagen nieuw, maar gebruiken deze gedurende een veel langere periode. Huishoudens uit de segmenten A (Dag tot dag), B (Starten en perspectief), C (Volks en eenvoudig) en F (Op koers en op dreef) die niet over een leasingwagen beschikken, kiezen vaker voor een tweedehandswagen.
Waar ligt uw marktpotentieel?
De automotivemarkt is een complexe markt. Merken en distributeurs zijn geconfronteerd met een markt in volle transformatie en tal van deelmarkten: de leasingmarkt, de tweedehandsmarkt en de markt voor nieuwe voertuigen. Iedere markt en ieder merk heeft hierbij een specifieke doelgroep. Als geomarketingexpert raden wij u aan om uw doelgroep duidelijk af te bakenen: weet wie uw klanten zijn, hoe talrijk zij zijn en waar zij aanwezig zijn. Het gebruik van de consumentensegmentatie Dividuals® zorgt dat u toegang krijgt tot deze kritische inzichten om uw marktpotentieel in kaart te brengen.
In voorgaande paragrafen staat bijvoorbeeld dat consumenten uit het Dividualssegment B (Starten en perspectief) vaak over een leasingwagen beschikken. Als u dan ook weet dat hun aandeel dubbel zo hoog is in Brussel dan in andere regio’s weet u meteen ook hoe u uw marketingaanpak moet aanpassen om dit segment te bereiken.
Conclusie
De evolutie van het aantal wagens per gezin tussen 2018 en 2024 toont een complex beeld van veranderende mobiliteitspatronen in België. Terwijl stedelijke gebieden zoals Brussel aanzienlijke dalingen zien in autogebruik, blijven landelijke gebieden afhankelijk van de auto. Vlaanderen toont een gematigde afname, terwijl Wallonië zelfs een toename vertoont in het aantal wagens per huishouden.
Deze trends benadrukken de noodzaak voor de sector en beleidsmakers om regionaal gedifferentieerde strategieën te ontwikkelen die rekening houden met de unieke vervoersbehoeften en -voorkeuren van hun inwoners. Door met SIRIUS Insight samen te werken kunt u een scherp beeld krijgen van uw doelgroep, waar zij aanwezig zijn en hoe talrijk zij aanwezig zijn. Wij zorgen ook voor heel wat opportuniteiten om ook vlot in contact te komen met uw doelgroep. Contacteer ons voor meer informatie.